Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wijzigingswet Wet Incompatibiliteiten Staten-Generaal en Europees parlement (non-activiteitsbepalingen)

 

Wet van 15 juli 1998 tot wijziging van de Wet Incompatibiliteiten Staten-Generaal en Europees parlement ter wijziging van de non-activiteitsbepalingen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de Wet Incompatibiliteiten Staten-Generaal en Europees Parlement te wijzigen in verband met de wijziging van de non-activiteitsbepalingen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I
[Wijzigt de Wet Incompatibiliteiten Staten-Generaal en Europees Parlement.]

Artikel II
1
Degenen die bij inwerkingtreding van deze wet reeds op non-activiteit zijn gesteld op grond van artikel 3 van de Wet Incompatibiliteiten Staten-Generaal en Europees Parlement, zoals het luidde voor inwerkingtreding van deze wet, behouden de aanspraken als omschreven in de artikelen 4 tot en met 7 van die wet, gedurende de periode dat zij zonder onderbreking lid zijn van de Tweede Kamer, onderscheidenlijk van het Europees Parlement.
2
Degenen die op grond van het eerste lid de aanspraken als omschreven in de artikelen 4 tot en met 7 van de Wet Incompatibiliteiten Staten-Generaal en Europees Parlement, zoals die luidden voor inwerkingtreding van deze wet, hebben behouden tot aan de eerstvolgende verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, worden indien zij opnieuw worden toegelaten tot het lidmaatschap van de Tweede Kamer omdat een ander lid van de Tweede Kamer minister of staatssecretaris wordt bij de kabinetsformatie, van rechtswege op non-actief gesteld. Zij verkrijgen opnieuw de aanspraken als omschreven in de artikelen 4 tot en met 7 van de Wet Incompatibiliteiten Staten-Generaal en Europees Parlement, zoals die luidden voor inwerkingtreding van deze wet.
3
Degenen die een in artikel 1, tweede en derde lid, van de Wet Incompatibiliteiten Staten-Generaal en Europees Parlement bedoeld ambt bekleden, worden, indien zij na de datum van inwerkingtreding van deze wet op grond van een voor de inwerkingtreding van deze wet gehouden verkiezing worden toegelaten tot het lidmaatschap van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, van rechtswege op non-actief gesteld. Zij verkrijgen de aanspraken als omschreven in de artikelen 4 tot en met 7 van de Wet Incompatibiliteiten Staten-Generaal en Europees Parlement, zoals die luidden voor inwerkingtreding van deze wet. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing.
4
Een tijdelijk ontslag als bedoeld in artikel X 10 van de Kieswet geldt niet als een onderbreking in de zin van het eerste lid.

Artikel III
Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de zesde kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst. Bij koninklijk besluit kan een eerder tijdstip worden vastgesteld waarop deze wet in werking treedt.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te Tavarnelle, 15 juli 1998
Beatrix
De Minister van Binnenlandse Zaken, H. F. Dijkstal
Uitgegeven de twintigste augustus 1998
De Minister van Justitie,
a
H. Korthals